4. Welke plug-in interfaces zijn er?

Eerst moeten we het hebben over de verschillende plug-in interfaces. Theoretisch zijn er een paar historische verschillen, maar in de praktijk verdwijnen die steeds meer. Tegenwoordig ontwikkelen alle professionele aanbieders van plug-ins voor alle relevante formaten tegelijk, zodat de oorspronkelijke verschillen praktisch niet meer merkbaar zijn.

Toch willen we even kijken naar het bekendste formaat: Het heet VST en wordt vaak gebruikt als synoniem voor allerlei soorten audioplugins. De VST-interface is wijdverspreid, draait op alle relevante besturingssystemen en werkt met alle populaire DAW-programma's, waaronder Ableton Live, Presonus Studio One, FL Studio, Bitwig en natuurlijk Steinberg Cubase, de uitvinder van het formaat. De huidige versie is VST3.

De "grote" uitzonderingen zijn de DAW-dinosaurussen AVID Pro Tools en Apple Logic Pro X. Beide ondersteunen het VST-formaat niet. Geen van beide ondersteunt een VST-formaat, maar AAX (Pro Tools) en AU wel. AU staat voor Audio Unit en is een exclusief formaat voor het Apple besturingssysteem macOS. Naast Logic gebruiken ook Garage Band en het videoprogramma Final Cut Pro AU plug-ins. Veel DAW's op de Mac ondersteunen zowel AU als VST - op Windows-computers bestaat AU echter helemaal niet.

In principe is elke plug-in nu beschikbaar als VST, terwijl de AAX- en AU-versies nog steeds worden aangeboden. Daarnaast zijn er zogenaamde plug-in wrappers. Die kapselen formaten in zodat een VST-plug-in ook in een AU- of AAX-omgeving kan worden geladen. Dit is niet altijd 100% stabiel of effectief - maar het werkt! Vooral ontwikkelaars van (gratis) nichesoftware beperken zich soms tot het VST formaat - met een wrapper hoef je het dus niet zonder goede freeware te doen!

ARA en ARA 2 zijn andere plug-informaten die een bijzonder diepe integratie met de tijdlijn van de DAW mogelijk maken. Ze zijn niet gebonden aan de RealTime-verwerking van VST3/AU/AAX. Slechts enkele professionele speciale tools zoals Melodyne en Auto Align gebruiken deze formaten bijzonder effectief. Voor alle andere "realtime" effecten en instrumenten bieden de ARA-formaten echter geen voordelen. Daarom hebben ze de neiging om een nichebestaan te leiden.

Nieuw is daarentegen het CLAP-formaat, waarbij Bitwig sterk betrokken is - maar dit is nog niet relevant. Zogenaamde DSP-plugins zijn ook het vermelden waard. Deze worden niet door de computer berekend, maar door externe, eigen DSP-hardware - AVID HDX of Universal Audio UAD-2 bijvoorbeeld. De computer vertegenwoordigt als het ware alleen de grafische weergave van de plug-in, die zijn bronnen nauwelijks belast. Met de extreme prestatiereserves die moderne computers tegenwoordig hebben, worden DSP-invoegtoepassingen echter steeds minder belangrijk.

Wat is het verschil tussen plug-in effecten en software-instrumenten?

Het verschil is simpel: effecten produceren geen geluiden, maar ze veranderen ze op vele manieren - in tegenstelling tot instrumenten, die geluiden moeten produceren. Daarom worden ze ook wel virtuele geluidsgeneratoren, software-instrumenten, soft synths of zelfs geluidsbibliotheken genoemd.

Plugin-Effekte
Plugin-effecten
Software Instruments
Software instrumenten

Uw contactpersoon